Nota Landschap
Tot 1992 was feitelijk nog geen sprake van specifiek landschapsbeleid. In dat jaar verscheen de Nota Landschap, het eerste beleidsstuk met een expliciete visie op Landschap. Hierin werd een aanzet gegeven voor kwaliteitsbepaling voor landschap, gebaseerd op de begrippen Identiteit en Duurzaamheid. Verantwoordelijk voor dit beleid was de toenmalige staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Gabor. Uitwerking van het in deze Nota geformuleerde landschapsbeleid zoals de ruimtelijke aspecten vond plaats in het Structuurschema Groene Ruimte. Meer informatie: Nota 'Landschap' (1992).
Nota Belvedere
In 1999 kwam de Nota Belvedere uit. Dit is een beleidsnota over cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting. Het adagium van het hiermee ingezette beleid luidde: ‘Behoud door ontwikkeling’. Tot en met 2009 heeft het gelijknamige Programma Belvedere gedraaid om de inzet van cultuurhistorie bij ruimtelijke transformaties te stimuleren. Dit programma was een initiatief van de ministeries OCW, VROM, LNV en V&W. Vanaf 2009 zijn de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en Stichting Erfgoed Nederland aanspreekpunten voor het Belvedere-beleid. Meer informatie: Nota 'Belvedere' (1999) en Programma Belverdere (1999-2009)
Beleidsnota Natuur, Bos en Landschap
Na de eeuwwisseling verscheen in 2001 de beleidsnota Natuur, Bos en Landschap in de 21e eeuw, beter bekend als de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur', die o.a. de Nota Landschap verving. In deze Nota was naast natuur ook aandacht voor bos en landschap. De verantwoordelijk beleidsvrouw, Faber, schreef dat het kabinet dit deed vanuit het besef dat natuur en landschap een essentiële bijdrage leveren aan een leefbare en duurzame samenleving. In de nota is tevens sprake van een focus op medeverantwoordelijkheid van de samenleving zelf. Meer informatie: Nota 'Natuur, Bos en Landschap in de 21e eeuw' (2000)
Nota Ruimte
In de Nota Ruimte die het ministerie van VROM in 2006 uitbracht is nadrukkelijk ruimte voor landschapsbeleid. De Nota Ruimte is ontwikkelingsgericht en zet de trend voor decentralisatie (centraal wat moet, decentraal wat kan). Landschap komt in de nota aan de orde bij het uitgangspunt van generieke basiskwaliteit voor heel Nederland. Daarnaast is er de aanwijzing van Nationale Landschappen. Dit zijn gebieden met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten. De afgelopen jaren hebben de provincies dit nationale beleid uitgewerkt door de grenzen en kernkwaliteiten van de twintig aangewezen nationale landschappen vast te leggen in hun ruimtelijk beleid.
Plattelands-Ontwikkelings-Programma's en Gemeenschappelijk Landbouw Beleid
In beperkte mate vindt landschap ook een plek in de plattelandsontwikkelings-programma’s, ook wel bekend als POP. Vanaf 2000 zijn er drie van dergelijke programma’s ontwikkeld. Het maakt deel uit van de Nederlandse invulling van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid van de EU. Een belangrijke plek hierin is weggelegd voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Landschap komt hier aan de orde in de vorm van een subsidie die boeren kunnen krijgen voor het beheer van landschapselementen. De uitwerking van dit beleid is vastgelegd door de provincies in hun natuurbeheerplannen. Een ander voor landschap relevant onderdeel van POP betreft het LEADER onderdeel en de inzet van lokale groepen. Meer informatie: Plattelands-Ontwikkelings-Programma's (2000) en Gemeenschappelijk Landbouw Beleid.
Europese Landschapsconventie
In 2005 vinden tijdens de periode van minister Veerman als bewindsman van LNV enkele voor het landschap belangrijke gebeurtenissen plaats. Ten eerste betrof dit de ondertekening en ratificatie van de Europese Landschapsconventie, gesteund door het Landschapsmanifest, een coalitie van meer dan 30 maatschappelijke organisaties. Daarnaast was er de benoeming van Dirk Sijmons tot eerste Rijksadviseur voor Landschap. Deze functie maakt deel uit van het college van Rijksadviseurs. In 2008 wordt hij opgevolgd door Yttje Feddes en in 2012 wordt Eric Luiten aangesteld als Rijksadviseur voor Landschap en Water. In 2016 is deze laatste opgevolgd door Berno Strootman als Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving. Hij adviseert het Rijk over ruimtelijke programma’s en projecten die de toekomst van het cultuurlandschap en het waterbeheer betreffen. Meer informatie: Europese Landschaps Conventie.
Financieringskansen van landschap
Eind 2008 heeft een Task Force Financiering onder voorzitterschap van Alexander Rinnooy Kan het Rijk geadviseerd over de financieringskansen van landschap. Het rapport met de titel 'Landschap verdient Beter' toont kansrijke financieringsconstructies voor het landschap in Nederland. Daarbij is een Maatschappelijke Kosten Batenanalyse benut die in 2007 was uitgevoerd, Investeren in het Nederlandse Landschap, geluk en duurzaamheid. Het advies is gebruikt voor de Agenda Landschap die de toenmalige minister van LNV, Verburg in 2008 uitbracht. De Agenda Landschap kent 3 centrale opgaven: zorgvuldig met schaarse ruimte, het wordt mooier als u meedoet en duurzame financiering. Mede geïnspireerd op de adviezen van de Agenda Landschap zijn streekrekeningen en streekfondsen ontwikkeld. Meer informatie: Advies 'Landschap verdient beter' (2008)
Financieringsbehoefte van landschappen
In opdracht van IPO en de toenmalige ministeries van LVN en VROM heeft KPMG in 2010 een onderzoek uitgevoerd naar de financieringsbehoefte van landschappen. Daaruit bleek dat € 418 miljoen nodig is voor het onderhoud van groene- en blauwe landschapselementen. Het onderzoek van KPMG naar duurzame financiering heeft betrekking op circa 50% van het landoppervlak van Nederland buiten de steden en grote wateren. In het in 2006 uitgebrachte Deltaplan voor het Landschap van de VNC was een financieringsbehoefte voor heel Nederland geschat op € 600 miljoen per jaar. Meer informatie: Advies "Duurzame financiering van landschap" (2010)